Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex =================================================================== diff -u -r5524 -r5594 --- DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 5524) +++ DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 5594) @@ -2341,7 +2341,258 @@ Als voor deze rekenoptie gekozen wordt zal DAM zowel voor Bishop als UpliftVan de berekeningen uitvoeren, met de toevoeging dat per gebruikt model de resultaten gepresenteerd worden ook de grootste geometrie (breedste dijkbasis, gedefinieerd als buitenteen tot binnenteen) van beide gepresenteerd wordt. Dit kan handig zijn bij verdere bewerkingsslagen.} + +\section{Automatische zoekgebied voor het bepalen van de minimale glijvlak} +\label{sec:AutomatischeZoekgebied} +De positie en de metingen van het zoekgebied voor het bepalen van de minimale glijvlak is afhankelijk van de gekozen rekenmodel (Bishop of Uplift-Van), +van de gekozen faalmechanisme voor Bishop (binnenwaarts of buitenwaarts) +en van de gekozen opties. + +Het zoekgebied voor de locatie van het kritische cirkel(en) midden kan op twee manieren worden bepaalt: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + + \item \textbf{\textit{Automatisch}} \newline + De positie en de metingen van het zoekgebied zijn beide automatisch bepaalt (door de automatische zoekmethode van de Macrostability kernel te gebruiken): + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item zie \autoref{sec:BishopAutomatischGridEnTL} voor Bishop + \item zie \autoref{sec:UpliftVanAutomatischGrid} voor Uplift-Van + \end{itemize} + + \item \textbf{\textit{Naar opgave afstand}} \newline + De positie van het zoekgebied is automatisch bepaalt (maar anders dan in optie \textit{Automatisch}) + en de metingen zijn door de gebruiker gespecificeerd + (door middel van het aantal punten en de afstand tussen de punten, in beide richtingen): + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item zie \autoref{sec:BishopNaarOpgaveAfstandGrid} voor Bishop + \item zie \autoref{sec:UpliftVanNaarOpgaveAfstandGrid} voor Uplift-Van + \end{itemize} + +\end{itemize} + +Voor Bishop en Uplift-Van met rekengrid, wanneer het kritische cirkel midden is gevonden in het rekengrid, eventueel verplaatst, +wordt het rekengrid automatisch verfijnd volgens de procedure beschrijven in \autoref{sec:VerfijningGrid}. \\ +Voor Uplift-Van met BeeSwarm is deze verfijning niet van toepassing en alleen de grenzen van het rekengrid zijn gebruikt (niet de punten) als zoekgebied. +Het zoekgebied voor de locatie van de tangentlijn kan op twee manieren worden bepaalt voor Uplift-Van maar alleen één voor Bishop: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + + \item \textbf{\textit{Automatisch}} \newline + De positie en de afstand tussen de tangentlijnen zijn automatisch bepaalt (door de automatische zoekmethode van de Macrostability kernel te gebruiken): + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item zie \autoref{sec:BishopAutomatischGridEnTL} voor Bishop + \item zie \autoref{sec:UpliftVanAutomatischTL} voor Uplift-Van + \end{itemize} + + \item \textbf{\textit{Naar opgave afstand}} (alleen voor Uplift-Van) \newline + De tangentlijnen zijn verplaatst op gelijk afstand langs een beperkte verticaal, zie \autoref{sec:UpliftVanNaarOpgaveAfstandTL}. + +\end{itemize} + +Voor Bishop en Uplift-Van met rekengrid, wanneer de kritische tangentlijn is gevonden, +wordt de tangenlijn verfijnd volgens de procedure beschrijven in \autoref{sec:VerfijningTL}. \\ +Voor Uplift-Van met BeeSwarm is deze verfijning niet van toepassing en alleen de onder en boven tangentlijnen zijn gebruikt als zoekgebied. + +\Note{Bij het kiezen van \textit{Automatisch} voor het rekengrid en/of de tangentlijnen wordt het automatische rekengrid of/en de automatische tangentlijnen van de Macrostability kernel gebruikt.} + +\Note{De zoekgebieden worden bepaald op basis van de karakteristieke punten (zie \autoref{fig:KarakteristiekePunten}) +en/of op basis van het bodemprofiel.} + +\subsection{Bishop} + +\subsubsection{Bishop -- `Automatisch' rekengrid en tangentlijnen} +\label{sec:BishopAutomatischGridEnTL} +De positie van het rekengrid is afhankelijk van de aanwezigheid van een berm aan de polderzijde, +zoals weergegeven in \autoref{fig:AutomaticGridBishop1} (met berm) en \autoref{fig:AutomaticGridBishop2} (zonder berm). + +\Note{De aanwezigheid van de berm aan de polderzijde wordt vastgesteld door de aanwezigheid van beide karakteristieke punten K (\textit{Insteek binnenberm}) +en L (\textit{Kruin binnenberm}) te controleren.} + +Het aantal punten in het rekengrid wordt zo gekozen dat hun gelijke afstand, in verticale en horizontale richting, dicht bij 1~meter ligt. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AutomaticGridBishop1.png} + \caption{Automatische positie van het zoekgebied voor Bishop binnenwaarts als er een berm aanwezig is} + \label{fig:AutomaticGridBishop1} +\end{figure} + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AutomaticGridBishop2.png} + \caption{Automatische positie van het zoekgebied voor Bishop binnenwaarts als er geen berm aanwezig is} + \label{fig:AutomaticGridBishop2} +\end{figure} + +\Note{Voor de buitenwaartse stabiliteit met Bishop wordt dezelfde procedure gebruikt als voor de binnenwaarts stabiliteit met Bishop +(\autoref{fig:AutomaticGridBishop1} en \autoref{fig:AutomaticGridBishop2}) om automatisch het rekengrid en de tangentlijnen te genereren, +behalve dat het rekengrid aan de rivierzijde in plaats van aan de polderzijde is geplaatst.} + +\subsubsection{Bishop -- `Naar opgave afstand' rekengrid} +\label{sec:BishopNaarOpgaveAfstandGrid} +De positie van het rekengrid is weergegeven in \autoref{fig:SpecifiedGridBishop}. \\ +De linkeronderhoek van het rekengrid ligt in het midden van de kruin, op het maaiveld. \\ +De breedte $W_{\text{grid}}$ en de hoogte $H_{\text{grid}}$ van het rekengrid zijn door de gebruiker gespecificeerd door middel van het +aantal punten ($N_X$ en $N_Z$) en de afstand tussen de punten ($w_{\text{punt}}$ en $h_{\text{punt}}$) in beide richtingen. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/SpecifiedGridBishop.png} + \caption{Positie van het rekengrid voor Bishop binnenwaarts bij gespecificeerde afmetingen} + \label{fig:SpecifiedGridBishop} +\end{figure} + +\Note{Voor de buitenwaartse stabiliteit met Bishop wordt hetzelfde rekengrid gebruikt als voor de binnenwaarts stabiliteit met Bishop +(\autoref{fig:SpecifiedGridBishop}) behalve dat het rekengrid aan de rivierzijde in plaats van aan de polderzijde is geplaatst.} + +\subsection{Uplift-Van} + +\subsubsection{Uplift-Van -- `Automatisch' rekengrid} +\label{sec:UpliftVanAutomatischGrid} + +Het zoekgebied voor Uplift-Van bestaat uit twee rechthoekige rekengrids: +\begin{itemize} + + \item Het rekengrid voor de actieve cirkel (d.w.z. de dijkzijde) heeft dezelfde vorm als voor de Bishop-methode + (zie \autoref{sec:BishopAutomatischGridEnTL}), + maar het heeft minder punten (1 punt per $\approx$~2~meters in plaats van 1 punt per $\approx$~1~meter) + en de linkerbenedenhoek bevindt zich niet op dezelfde positie als getoond in \autoref{fig:AutomaticGridUpliftVan} voor het geval met berm en + in \autoref{fig:AutomaticGridUpliftVanNoShoulder} voor het geval zonder berm; + + \item Het rekengrid voor de passieve cirkel (d.w.z. slootkant) is een rechthoek van 2 meter hoogte, + met punten met een tussenruimte van 2 meter in beide richtingen. + De linkerzijde van deze rechthoek valt samen met de teen van de dijk (punt M). + De positie van de rechterzijde is afhankelijk van het opheffingsmechanisme: + \begin{itemize} + \item Indien er een sloot aanwezig is, is de rechterzijde de ingang van de sloot aan de dijkzijde (punt N); + \item Als er geen sloot aanwezig is en er geen opwaarts plaatsvindt, wordt de breedte van de rechthoek ingesteld op 8 meter; + \item Als er geen sloot aanwezig is, maar er wel sprake is van opdrijven: + \begin{itemize} + \item als de opdrijven zone eindigt vóór de rechtergeometriegrens: + de rechterkant van het passieve rekengrid is het einde van het opwaartse mechanisme; + \item Als de opdrijven zone geen einde heeft vóór de rechtergeometriegrens: + wordt er elke exact 2 meter 1 punt gecreëerd, beginnend bij de teen van de dijk (punt M) totdat de rechtergeometriegrens (punt R) is bereikt. + \end{itemize} + \end{itemize} +\end{itemize} + +\Note{De aanwezigheid van de berm aan de polderzijde wordt vastgesteld door de aanwezigheid van beide karakteristieke punten K (\textit{Insteek binnenberm}) +en L (\textit{Kruin binnenberm}) te controleren.} + +\Note{De aanwezigheid van de sloot aan de polderzijde wordt vastgesteld door controle op de aanwezigheid van de volgende vier kenmerkende punten: +N (\textit{Insteek sloot dijkzijde}), O (\textit{Slootbodem dijkzijde}), P (\textit{Slootbodem polderzijde}) en Q (\textit{Insteek sloot polderzijde}). +Indien slechts één van deze vier punten ontbreekt, wordt de sloot als afwezig beschouwd.} + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AutomaticGridUpliftVan.png} + \caption{Automatische positionering van de roosters voor Uplift-Van indien er een berm en een sloot aanwezig zijn} + \label{fig:AutomaticGridUpliftVan} +\end{figure} + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AutomaticGridUpliftVanNoShoulder.png} + \caption{Automatische positionering van de roosters voor Uplift-Van indien er geen berm aanwezig is} + \label{fig:AutomaticGridUpliftVanNoShoulder} +\end{figure} + +\subsubsection{Uplift-Van -- `Naar opgave afstand' rekengrid} +\label{sec:UpliftVanNaarOpgaveAfstandGrid} +De positie van beide rekengrids is weergegeven in \autoref{fig:SpecifiedGridUpliftVan}. + +Het linker rekengrid is identiek als voor de Bishop-methode (\autoref{sec:SpecifiedGridBishop}): +de linkeronderhoek van het rekengrid ligt in het midden van de kruin, op het maaiveld. \\ +De breedte $W_{\text{grid;links}}$ en de hoogte $H_{\text{grid;links}}$ van het rekengrid zijn door de gebruiker gespecificeerd door middel van het +aantal punten ($N_{\text{X;links}}$ en $N_{\text{Z;links}}$) en de afstand tussen de punten ($w_{\text{punt;links}}$ en $h_{\text{punt;links}}$) in beide richtingen. + +De onderkant van het rekengrid ligt op dezelfde niveau dan het karakteristieke punt M (\textit{Teen dijk binnenwaarts}) verhoogd met 20~cm.\\ +De breedte $W_{\text{grid;rechts}}$ en de hoogte $H_{\text{grid;rechts}}$ van het rekengrid zijn door de gebruiker gespecificeerd door middel van het +aantal punten ($N_{\text{X;rechts}}$ en $N_{\text{Z;rechts}}$) en de afstand tussen de punten ($w_{\text{punt;rechts}}$ en $h_{\text{punt;links}}$) in beide richtingen.\\ +De linkerkant van het rekengrid ligt aan het einde van het opdrijven mechanisme vermindert met de breedte $W_{\text{grid;rechts}}$ van het rekengrid +maar kan niet verder naar links liggen dan de \textit{Teen dijk binnenwaarts}. \\ +De rechterkant van het rekengrid kan niet verder naar rechts liggen dan de rechtergeometriegrens. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/SpecifiedGridUpliftVan.png} + \caption{Positie van de rekengrids voor Uplift-Van bij gespecificeerde afmetingen} + \label{fig:SpecifiedGridUpliftVan} +\end{figure} + +\subsubsection{Uplift-Van -- `Automatisch' tangentlijnen} +\label{sec:UpliftVanAutomatischTL} + +De posities van de horizontale tangentlijnen (zie \autoref{fig:AutomaticTangentLinesUpliftVan}) vallen samen met de grenzen van de verschillende lagen van het bodemprofiel langs de verticale: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item $X = \left(X_{K} + X_L\right) / 2$ als er een berm aanwezig is; + \item $X = \left(X_{J} + X_M\right) / 2$ als er geen berm aanwezig is. +\end{itemize} + +De bovenste tangentlijn (d.w.z. snijpunt met oppervlaktelijn) wordt met 1~m verschoven. +Als de afstand tussen twee lagen meer dan 0.8~meter is, +worden extra tangentlijnen toegevoegd om een maximale afstand tussen twee opeenvolgende tangentlijnen van 0.8 m te krijgen. +Tot slot worden er twee extra tangentlijnen toegevoegd onder de onderste tangentlijn (d.w.z. snijpunt met bodemwatervoerende laag) elke 0.5~m. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AutomaticTangentLinesUpliftVan.png} + \caption{Automatische positie van de tangentlijnen voor Uplift-Van} + \label{fig:AutomaticTangentLinesUpliftVan} +\end{figure} + +\paragraph*{Extra tangentlijnen} +Wanneer de kritieke (actieve en passieve) cirkels zijn gevonden en de verfijning heeft plaatsgevonden (\autoref{sec:VerfijningGrid}), +worden 16 extra berekeningen uitgevoerd door 8 tangentlijnen boven en 8 onder de kritieke tangentlijn toe te voegen, met een tussenruimte van 5~cm, +zoals weergegeven in \autoref{fig:AdditionalTangentLinesUpliftVan}. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.8\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AdditionalTangentLinesUpliftVan.png} + \caption{Extra tangentlijnen rond de kritische tangentlijnen} + \label{fig:AdditionalTangentLinesUpliftVan} +\end{figure} + +\subsubsection{Uplift-Van -- `Naar opgave afstand' tangentlijnen} +\label{sec:UpliftVanNaarOpgaveAfstandTL} +De horizontale tangentlijnen worden langs het middel van het linker rekengrid bepaald (zie \autoref{fig:SpecifiedTangentLinesUpliftVan}). +De onderste tangentlijn ligt onder de bovenkant van de bodemlaag, op een afstand gelijk aan de gespecificeerde afstand tussen de tangentlijnen. +Er worden tangentlijnen boven toegevoegd, van elkaar gescheiden door de gespecificeerde afstand, tot het maaiveld is bereikt. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/SpecifiedTangentLinesUpliftVan.png} + \caption{Gespecificeerde tangentlijnen voor Uplift-Van} + \label{fig:SpecifiedTangentLinesUpliftVan} +\end{figure} + +\subsection{Verfijning van het rekengrid} +\label{sec:VerfijningGrid} +Voor Bishop en Uplift-Van met rekengrid, wanneer het kritische cirkel midden is gevonden in het rekengrid, eventueel verplaatst, +wordt het rekengrid automatisch verfijnen rond deze kritische punt, met de helft van de afstand tussen twee punten. +Dit leidt tot 8 nieuwe evaluaties per verfijningsstap. +Er worden 2 verfijningsstappen genomen zoals in \autoref{fig:AutomaticGridRefinement} getoond. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AutomaticGridRefinement.png} + \caption{Rekengrid verfijning met 2 verfijningsstappen} + \label{fig:AutomaticGridRefinement} +\end{figure} + +\subsection{Verfijning van de tangentlijnen} +\label{sec:VerfijningTL} +Na het verfijning van het rekengrid (\autoref{sec:VerfijningGrid}) wordt de optimale tangentlijn ook verfijnt, +met de helft van de afstand tussen twee tangentlijnen. +Dit leidt tot 2 nieuwe evaluaties per verfijningsstap. +Er worden 2 verfijningsstappen genomen zoals in \autoref{fig:AutomaticTangentLineRefinement} getoond. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischeZoekgebied/AutomaticTangentLineRefinement.png} + \caption{Tangentlijnen verfijning met 2 verfijningsstappen} + \label{fig:AutomaticTangentLineRefinement} +\end{figure} + \chapter{Rekenen} \label{chp:Rekenen} DAM kent een voorbewerking, namelijk het genereren van de waterspanningen, zie \nameref{sec:DAMWaternetCreator}. @@ -2432,20 +2683,20 @@ \item Bishop/Uplift Van \end{itemize} -Hiernaast biedt DAM 1 model (\textit{Bishop}) aan voor \textit{Stability Outside}. +Hiernaast biedt DAM één model (\textit{Bishop}) aan voor \textit{Stability Outside}. \paragraph*{Gridinstellingen} Er zijn verschillende opties mogelijk: \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] \item Zoekmethode: rekengrid of BeeSwarm algorithme (de laatste alleen voor binnenwaartse stabiliteit in combinatie met UpliftVan of Bishop/UpliftVan\footnote{Indien is gekozen voor Bishop/UpliftVan als Glijvlakmodel met zoekmethode BeeSwarm, wordt de BeeSwarm methode alleen gehanteerd voor het UpliftVan deel. Het Bishop-deel gebruikt altijd het rekengrid.}); - \item Bepaling tangentlijnen (alleen voor Uplift Van): op laagscheidingen of naar opgave afstand; \\ - Bij 'opgave afstand' verdeelt DAM de tangentlijnen tussen onderkant passieve grid en 0.5 m onder laagscheiding aquifer. + \item Bepaling tangentlijnen (alleen voor Uplift Van): automatisch of naar opgave afstand; \\ \item Bepaling grid: automatisch of naar opgave afstand Indien gekozen voor ‘opgave afstand’, moet deze vervolgens worden. \end{itemize} +In \autoref{sec:AutomatischeZoekgebied} worden alle gridinstellingen gedetailleerd uitgelegd. \subsection{Macrostabiliteit rekeninstellingen op locatieniveau} \begin{itemize}