Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex =================================================================== diff -u -r5685 -r5690 --- DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 5685) +++ DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 5690) @@ -1414,6 +1414,7 @@ Tot slot dienen alle bestanden in dezelfde map te staan. \chapter{Configureren DAM} +\label{sec:ConfigurerenDAM} In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop DAM de invoer van de data georganiseerd heeft. DAM werkt aan de hand van projecten. Deze worden aangemaakt door basisdata in te lezen (zie \autoref{chp:Projectdata}). @@ -2677,16 +2678,36 @@ \subsection{DAMLive configuratie} \label{sec:DAMLiveConfiguratie} -\todo{DAM live configuration under construction. \\ -\\ -Commentaar Kin Sun: Hier was Bernard en John mee bezig. -Dit deel staat deels op wiki onder Gebruikshandleiding DAM-Live: \\ -\url{https://publicwiki.deltares.nl/display/DAM/Gebruikershandleiding+DAMLive?src=contextnavpagetreemode}\\ -\\ -Maar ik zie dat dat ook niet helemaal volledig is. -Ik weet dus niet of het handig is om dit hier op te nemen. -Misschien verwijzen naar wiki voor dit deel totdat het wel voldoende goed is.} +DAMLive kent geen user interface. +Het maakt wel gebruik van een dam project bestand (damx), dat in de DAM-UI wordt aangemaakt. +Vervolgens wordt dit DAM project door DAM live gebruikt door met sensordata berekeningen uit te voeren. +In grote lijnen moet het volgende gebeuren: +\begin{itemize} + \item Invoer data maken. + \item Aanmaken DAM project. + \item DamLive calculation parameter bestand maken. +\end{itemize} +\subsubsection{Invoer data} +Invoer data definieren en een DAM bestand gebeurt zoals beschreven in \nameref{sec:ConfigurerenDAM}. +Er moet echter nog 1 extra bestand worden aangemaakt: +een Excel bestand met de beschrijving van de sensor configuratie. +De naam van dat bestand is vrij te kiezen maar we raden aan om de naam "Sensordata.xls" te gebruiken. +Een beschrijving van de opzet van de sensordata is te vinden in appendix \nameref{app:SensorData}. + + +\subsubsection{Aanmaken DAM project} +Het aanmaken van een DAMLive project bestand gebeurt nu met opgave van +\begin{itemize} + \item Het *.defx bestand (\nameref{sec:DAMDatabronbestand}). + \item Het Sensordata.xls bestand (\nameref{app:SensorData}). +\end{itemize} + +\subsubsection{DamLive calculation parameter bestand} +Bij het maken van een DamLive berekening moet ook een calculation parameter bestand opgegeven worden. +Een beschrijving van de opzet van het calculation parameter bestand is te vinden in \nameref{app:DamLiveCalculationParameters}. + + \section{Macrostabiliteit rekeninstellingen} \label{sec:MacrostabiliteitRekeninstellingen} @@ -3580,6 +3601,88 @@ \end{verbatim} \end{tiny} +\chapter{Sensordata} +\label{app:SensorData} +Na importeren van het bestand in DAM worden de gegevens getoond in tabellen, +Het Excel bestand moet 4 tabbladen bevatten. +Hieronder de namen van de tabbladen met tussen haakjes de naam van de corresponderende tabel in DAM. +\begin{itemize} + \item SensorProfileId (Sensor location data) + \item SensorGroupID (Sensor group configuration) + \item SensorID (Sensor configuration) + \item DikeLineInProfile (nvt). +\end{itemize} +In de volgende secties wordt de inhoud van de tabbladen beschreven. + +\section{SensorProfileId} +In dit tabblad worden sensoren aan een locatie gekoppeld. +Dit blad bevat de volgende kolommen: +\tiny +\begin{longtable*}{|p{40mm}|p{\textwidth-25mm-36pt}|} \hline + \textbf{Kolom naam} & \textbf{Beschrijving} \\ \hline + locationID & Een uniek nummer (wordt ook gebruikt in de groepering).\\ \hline + Profile \footnote{Deze kolom wordt niet gebruikt en zal ook niet binnen DAM getoond worden.} & Een unieke naam van het geometrische profiel. Deze naam moet overeenkomen met de location ID in locations.csv.\\ \hline + NameAlias & Een optionele naam.\\ \hline + MStabFile \footnotemark[\value{footnote}] & De naam van de mstab file. Deze staat ook in segments.csv.\\ \hline + SensorGroup & de ID van de groep waar deze sensor bij behoort.\\ \hline + InputPL1OuterWaterLevel & "Sensor" of "LocationData". Waarde van de waterhoogte aan de buitenkant.\\ \hline + InputPL1PLLineOffsetBelowDikeTopAtRiver & "Ignore" of "LocationData". De stijghoogte van PL1 onder de buiten kruin.\\ \hline + InputPL1PLLineOffsetBelowDikeTopAtPolder & "Ignore" of "LocationData". De stijghoogte van PL1 onder de binnen kruin.\\ \hline + InputPL1PLLineOffsetBelowShoulderBaseInside & "Ignore" of "LocationData". De stijghoogte van PL1 onder de start van de berm aan de binnenkant.\\ \hline + InputPL1PLLineOffsetBelowDikeToeAtPolder & "Ignore" of "LocationData".De stijghoogte van PL1 onder de teen van de dijk aan de binnenkant.\\ \hline + InputPL1PolderLevel & "Sensor" of "LocationData". Waarde van de waterhoogte aan de binnenkant.\\ \hline + InputPL3 & "Sensor" of "LocationData". Value for PL3. \\ \hline + InputPL4 & "Sensor" of "LocationData". Value for PL4.\\ \hline +\end{longtable*} +\normalsize + +De betekenis van de opties voor de "InputPL.."" kolommen zijn: +\begin{itemize} + \item Ignore: punt wordt niet geschematiseerd. + \item Sensor: waarde wordt overgenomen van de sensor. + \item LocationData: waarde wordt overgenomen uit de locations.csv. +\end{itemize} + +\section{SensorGroupID} +In dit blad kan een groepering worden gemaakt van sensoren. +Op deze manier kunnen sensoren hergebruikt worden voor een bepaalde locatie. +Een groep behoort dan tot een locatie. +Belangrijk: Er moet hier goed gelet worden bij het invullen van de ID’s. +Deze moeten overeenkomen met de ID’s in de tabbladen SensorProfileID en SensorID. +Dit blad bevat de volgende kolommen: +\tiny +\begin{longtable*}{|p{40mm}|p{\textwidth-25mm-36pt}|} \hline + \textbf{Kolom naam} & \textbf{Beschrijving} \\ \hline + ID & Dit is de ID van een sensor groep; elke dwarsprofiel heeft een eigen groep.\\ \hline + SensorSelection & Dit zijn de ID’s van sensoren behorende bij de groep, gescheiden door een punt-komma (;).\\ \hline +\end{longtable*} +\normalsize + +\section{SensorID} +In dit blad worden alle sensoren opgenomen die gebruikt moeten worden in de berekening. +Belangrijk: De namen van de sensoren moeten overeenkomen met de namen die in de FEWS input tijdseries zijn geconfigureerd. +Dit blad bevat de volgende kolommen: +\tiny +\begin{longtable*}{|p{40mm}|p{\textwidth-25mm-36pt}|} \hline + \textbf{Kolom naam} & \textbf{Beschrijving} \\ \hline + ID & De ID van de sensor. Dit moet een uniek nummmer zijn.\\ \hline + SensorName & De naam van de sensor. Deze moet overeenkomen met de naam in de FEWS tijdseries. \\ \hline + RelativeLocationSensorAlongProfileManual & Dit is de locatie die een gebruiker kan aangeven; + Deze waarde is relatief vanaf het startpunt van het profiel. (De x-waarde van het profiel die begint op 0; ofwel deze waarde kan nooit kleiner zijn dan 0). \\ \hline + RelativeLocationSensorFromDikeLine & Dit is de relatieve locatie van de sensor ten opzichte van de dijklijn (buiten kruin) van het profiel. \\ \hline + DepthSensor & De diepte van de sensor (in meters). \\ \hline + PLLine-Mapping & Met deze waarde geef je aan voor welke PL lijn de sensor gebruikt moet worden. Let op: het formaat dient tekst te zijn in excel. \\ \hline + SensorType & Type van de sensor. Keuze uit ’WaterLevel’ (een sensor die het waterniveau doorgeeft aan de buitenkant of de binnenkant) en ’PiezoMetricHead’ (een sensor die in de dijk de waterdruk meet en doorgeeft).\\ \hline +\end{longtable*} +\normalsize + +\section{DikeLineInProfile} +Dit tabblad wordt op dit moment nog niet gebruikt. + +\chapter{DamLive Calculation Parameters} +\label{app:DamLiveCalculationParameters} +\todo{Add description of DamLive Calculation Parameters} + \end{appendix} \end{document} \ No newline at end of file