Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex =================================================================== diff -u -r5700 -r5732 --- DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 5700) +++ DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 5732) @@ -2355,7 +2355,7 @@ \item \textbf{\textit{Automatisch}} \newline De positie en de afmetingen van het zoekgebied worden beide automatisch bepaald (door de automatische zoekmethode van de Macrostability kernel te gebruiken): \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] - \item zie \autoref{sec:BishopAutomatischGridEnTL} voor Bishop + \item zie \autoref{sec:BishopAutomatischZoekGebied} voor Bishop \item zie \autoref{sec:UpliftVanAutomatischGrid} voor Uplift-Van \end{itemize} @@ -2364,7 +2364,7 @@ en de afmetingen zijn door de gebruiker gespecificeerd (door middel van het aantal punten en de afstand tussen de punten, in beide richtingen): \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] - \item zie \autoref{sec:BishopNaarOpgaveAfstandGrid} voor Bishop + \item zie \autoref{sec:BishopNaarOpgaveAfstandZoekGebied} voor Bishop \item zie \autoref{sec:UpliftVanNaarOpgaveAfstandGrid} voor Uplift-Van \end{itemize} @@ -2388,7 +2388,7 @@ \item \textbf{\textit{Naar opgave afstand}} \newline De tangentlijnen worden verplaatst op gelijke afstand langs een gegeven verticaal: \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] - \item zie \autoref{sec:BishopNaarOpgaveAfstandTL} voor Bishop + \item zie \autoref{sec:BishopNaarOpgaveAfstandGridEnTL} voor Bishop \item zie \autoref{sec:UpliftVanNaarOpgaveAfstandTL} voor Uplift-Van \end{itemize} @@ -2405,8 +2405,11 @@ \subsection{Bishop} -\subsubsection{Bishop -- 'Automatisch' rekengrid en tangentlijnen} -\label{sec:BishopAutomatischGridEnTL} +Voor Bishop is het methode voor het bepalen van de rekengrid en van de tangentlijnen altijd gelijk, +het combineren van \textit{Automatisch} rekengrid met \textit{Naar opgave afstand} tangentlijnen (en vice versa) is dus niet mogelijk. + +\subsubsection{Bishop -- 'Automatisch' zoekgebied (rekengrid en tangentlijnen)} +\label{sec:BishopAutomatischZoekGebied} De positie van het rekengrid is afhankelijk van de aanwezigheid van een berm aan de polderzijde, zoals weergegeven in \autoref{fig:AutomaticGridBishop1} (met berm) en \autoref{fig:AutomaticGridBishop2} (zonder berm). @@ -2433,27 +2436,30 @@ (\autoref{fig:AutomaticGridBishop1} en \autoref{fig:AutomaticGridBishop2}) om automatisch het rekengrid en de tangentlijnen te genereren, behalve dat het rekengrid aan de rivierzijde wordt geplaatst in plaats van aan de polderzijde.} -\subsubsection{Bishop -- 'Naar opgave afstand' rekengrid} -\label{sec:BishopNaarOpgaveAfstandGrid} -De positie van het rekengrid is weergegeven in \autoref{fig:SpecifiedGridBishop}. \\ +\subsubsection{Bishop -- 'Naar opgave afstand' zoekgebied (rekengrid en tangentlijnen)} +\label{sec:BishopNaarOpgaveAfstandZoekGebied} +De positie van het rekengrid en de tangentlijnen is weergegeven in \autoref{fig:SpecifiedGridBishop}. + De linkeronderhoek van het rekengrid ligt in het midden van de kruin, op het maaiveld. \\ De breedte $W_{\text{grid}}$ en de hoogte $H_{\text{grid}}$ van het rekengrid zijn door de gebruiker gespecificeerd door middel van het aantal punten ($N_X$ en $N_Z$) en de afstand tussen de punten ($w_{\text{punt}}$ en $h_{\text{punt}}$) in beide richtingen. +De horizontale tangentlijnen worden gelegd langs het midden van het rekengrid. +De onderste tangentlijn ligt onder de bovenkant van de bodemlaag, op een afstand gelijk aan de gespecificeerde afstand tussen de tangentlijnen. +Er worden tangentlijnen boven toegevoegd, van elkaar gescheiden door de gespecificeerde afstand, totdat het maaiveld is bereikt. + \begin{figure}[H] \centering \includegraphics[width=0.95\textwidth]{pictures/SchematiseringAlgoritmenDAM/AutomatischZoekgebied/SpecifiedGridBishop.png} - \caption{Positie van het rekengrid voor Bishop binnenwaarts bij gespecificeerde afmetingen} + \caption{Positie van het rekengrid en tangentlijnen voor Bishop binnenwaarts bij gespecificeerde afmetingen} \label{fig:SpecifiedGridBishop} \end{figure} -\Note{Voor de buitenwaartse stabiliteit met Bishop wordt hetzelfde rekengrid gebruikt als voor de binnenwaartse stabiliteit met Bishop -(\autoref{fig:SpecifiedGridBishop}) behalve dat het rekengrid aan de rivierzijde wordt geplaatst in plaats van aan de polderzijde.} +\Note{Voor de buitenwaartse stabiliteit wordt hetzelfde rekengrid gebruikt als voor de binnenwaartse stabiliteit +behalve dat het rekengrid aan de rivierzijde wordt geplaatst in plaats van aan de polderzijde.} \subsubsection{Bishop -- 'Naar opgave afstand' tangentlijnen} \label{sec:BishopNaarOpgaveAfstandTL} -De horizontale tangentlijnen worden op dezelfde manier bepaald als voor Uplift-Van, zie \autoref{sec:UpliftVanNaarOpgaveAfstandTL}. -Voor het faalmechanisme buitenwaartse stabiliteit gecombineerd met 'Naar opgave afstand' rekengrid wordt het karakteristieke punt \textit{Teen dijk buitenwaarts} gebruikt in plaats van \textit{Teen dijk binnenwaarts}. \subsection{Uplift-Van} @@ -2730,8 +2736,8 @@ \item Zoekmethode: rekengrid of BeeSwarm algorithme (de laatste alleen voor binnenwaartse stabiliteit in combinatie met UpliftVan of Bishop/UpliftVan\footnote{Indien is gekozen voor Bishop/UpliftVan als Glijvlakmodel met zoekmethode BeeSwarm, wordt de BeeSwarm methode alleen gehanteerd voor het UpliftVan deel. Het Bishop-deel gebruikt altijd het rekengrid.}); - \item Bepaling tangentlijnen: automatisch of naar opgave afstand; \\ - \item Bepaling grid: automatisch of naar opgave afstand + \item Bepaling tangentlijnen: automatisch of naar opgave afstand; + \item Bepaling grid: automatisch of naar opgave afstand. Indien gekozen voor ‘opgave afstand’, moet deze vervolgens worden. \end{itemize}