Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-ZoomPerRechthoek.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex =================================================================== diff -u -r4371 -r4391 --- DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 4371) +++ DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/DAM UI - User manual.tex (.../DAM UI - User manual.tex) (revision 4391) @@ -15,6 +15,8 @@ & #1 \end{tabular} } +\definecolor{gris}{RGB}{150,150,150} +\newcommand{\ghline}{\arrayrulecolor{gris}\hline\arrayrulecolor{black}} %------------------------------------------------------------------------------ @@ -93,7 +95,7 @@ \label{fig:ModelconceptDAM} \end{figure} -Voor het uitvoeren van de piping berekeningen wordt gebruik gemaakt van de piping modellen (zie \autoref{sec:GebruikteModellenPiping}). +Voor het uitvoeren van de piping berekeningen wordt gebruik gemaakt van de piping modellen (zie \autoref{sec:PipingRekeninstellingen}). In de toekomst is het mogelijk om ook andere (nieuw te ontwikkelen) rekenmodellen met DAM aan te sturen. Zo wordt momenteel in een laboratorium-opstelling DAM gekoppeld met DgFlow voor het berekenen van (tijdsafhankelijke) waterspanningen. @@ -335,6 +337,325 @@ \end{tabular} \end{table} +\chapter{DAM User interface} +Het hoofdscherm van de user interface van DAM kent verschillende (sub)schermen of vensters: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item \nameref{sec:Hoofdvenster} + \item \nameref{sec:Navigatorvenster} + \item \nameref{sec:Kaartvenster} + \item \nameref{sec:Tabellenvenster} + \item \nameref{sec:Eigenschappenvenster} +\end{itemize} + +Bij het aanmaken van een nieuw project verschijnt een pop-up scherm \nameref{sec:NieuwProject}. + +De vensters kunnen versleept worden en zijn, in het engels genaamd ‘dockable’. +Tijdens het slepen is een verkleinde indeling van het scherm te zien en door met de muis naar een bepaald gebied te gaan, wordt het te verslepen venster in dat gebied geplaatst. +Het gebied wordt op het scherm, ter verduidelijking, blauw gearceerd. +Niet alleen de vensters zijn te verslepen en ‘dockable’, ook de afzonderlijke tabbladen kunnen verplaatst worden. +Dit kan vooral handig zijn, indien er op meerdere beeldschermen wordt gewerkt. +Indien de gebruiker terug wil naar de default instellingen, kan dit met de reset-knop in de menubalk. + +Elk venster kent een menubalk met verschillende knoppen (\autoref{sec:MenubalkKnoppen}). + +\section{Hoofdvenster} +\label{sec:Hoofdvenster} +Wanneer DAM is opgestart, verschijnt het hoofdscherm (\autoref{fig:Hoofdvenster}). +Dit scherm bevat een menubalk, een icon bar en meerdere vensters. +DAM kan met een leeg project starten of met het laatst geopende project, afhankelijk van de instellingen. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=1.00\textwidth]{Pictures/UserInterface/HoofdVenster.png} + \caption{Hoofdvenster} + \label{fig:Hoofdvenster} +\end{figure} + +De menubalk bevat diverse knoppen. +Hieronder volgt een uitleg per knop. +\begin{longtable}{p{7mm}p{\textwidth-24pt-7mm}} \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Nieuw.png} & +\textbf{Nieuw}: Maak een nieuw bestand. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Openen.png} & +\textbf{Openen}: Open een bestaand bestand. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Opslaan.png} & +\textbf{Opslaan}: Sla het huidige bestand op. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-OngedaanMaken.png} & +\textbf{Ongedaan maken}: Maak meeste recente actie ongedaan. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Opnieuw.png} & +\textbf{Opnieuw}: Herhaal de laatst ongedane actie. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Start.png} & +\textbf{Start}: Start de berekening (F9). \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Afbreken.png} & +\textbf{Afbreken}: Stopt de berekening. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Herstel.png} & +\textbf{Herstel}: Plaats alle schermen op hun standaard positie. \\ \ghline +\end{longtable} + + +\section{Navigatorvenster} +\label{sec:Navigatorvenster} +De boomstructuur in het navigator venster kan gebruikt worden om door de invoer en de berekeningen te navigeren. +Wanneer er geen project open staat, heeft dit venster geen functie. + +Nadat een project is geopend, met Bestand-Openen of Bestand-Nieuw, toont het venster in een boomstructuur de beschikbare dijkringen, trajecten met dwarsprofielen. +Navigeren is mogelijk door op een dwarsprofiel te klikken. +De andere vensters laten dan ook de gegevens van het betreffende profiel zien. +Met dit navigatievenster wordt ook aangegeven welke dwarsprofielen doorgerekend gaan worden door middel van aanvinken. +Dat kan door of afzonderlijke dwarsprofielen of het betreffende niveau (traject) aan te vinken. \\ +Het bovenliggende niveau van ‘Waterschap’ dient bij het gebruik van data van meerdere waterschappen, bijvoorbeeld bij landelijke beleidsstudies. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.4\textwidth]{Pictures/UserInterface/NavigatorVenster.png} + \caption{Navigatorvenster} + \label{fig:NavigatorVenster} +\end{figure} + +\section{Kaartvenster} +\label{sec:Kaartvenster} +Dit venster heeft de volgende tabbladen: +\begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] + \item \nameref{sec:Dwarsdoorsnede} + \item \nameref{sec:Afbeelding} + \item \nameref{sec:Kaart} +\end{enumerate} + +\subsection{Dwarsdoorsnede} +\label{sec:Dwarsdoorsnede} +In dit scherm is de geselecteerde locatie te zien met op de hoogte geometrie de karakteristieke punten. +Deze zijn niet versleepbaar, maar wel aan te passen via het \nameref{sec:Eigenschappenvenster}. \\ +Indien de ondergrond uit een 1Dprofiel bestaat is, zijn de grondlagen zichtbaar. \\ +In de menubalk zijn de verschillende ondergrondprofielen selecteerbaar. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.5\textwidth]{Pictures/UserInterface/DwarsdoorsnedeMenubalkProfiel.png} + \caption{Dwarsdoorsnede - Menubalk profiel} + \label{fig:DwarsdoorsnedeMenubalkProfiel} +\end{figure} + +\begin{longtable}{p{7mm}p{\textwidth-24pt-7mm}} \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-Selectie.png} & +\textbf{Selectie}: Selecteer geometrie objecten. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-Verschuif.png} & +\textbf{Verschuif}: Verschuif beeld. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-ZoomNaarLimietenEnBehoudAspectRatio.png} & +\textbf{Zoom naar limieten en behoud aspect ratio}: Zoom tot alle inhoud op het scherm past met behoud van de verhoudingen. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-ZoomNaarLimietenEnHerstelAspectRatio.png} & +\textbf{Zoom naar limieten en herstel aspect ratio}: Zoom tot alle inhoud op het scherm past en herstel de X- en Z-verhoudingen. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-ZoomPerRechthoek.png} & +\textbf{Zoom per rechthoek}: Klik en verplaats muis van top-links naar bodem-rechts om in te zoomen. +Verplaats de muis in tegengestelde richting om uit te zoomen. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-Opties.png} & +\textbf{Opties}: Instellingen beeld. \\ \ghline +\end{longtable} + +\subsection{Afbeelding} +\label{sec:Afbeelding} +Dit tabblad laat de afbeelding zien van de geselecteerde stabiliteitsberekening. +Het selecteren van de locatie is niet voldoende, omdat een locatie veelal meerdere stabiliteitsberekeningen kent. +Berekeningen kunnen geselecteerd worden in het tabellen venster, tab ‘tabellen, tab ‘berekeningen. + +\subsection{Kaart} +\label{sec:Kaart} +Dit tabblad laat de kaart zien van het gebied en de ligging van de dwarsprofielen. +Er kunnen kaartlagen toegevoegd worden om deze in te zien. + +\begin{longtable}{p{7mm}p{\textwidth-24pt-7mm}} \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-Selectie.png} & +\textbf{Selectie}: Selectie. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomNaarAlleKaartlagen.png} & +\textbf{Zoom naar alle kaartlagen}: Zoom naar alle kaartlagen, behalve een web laag. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomNaarGegevens.png} & +\textbf{Zoom naar gegevens}: Zoom tot alle inhoud op het scherm past. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomTotGeselecteerdeDataOpDeKaart.png} & +\textbf{Zoom tot geselecteerde data op de kaart}: Zoom in op geselecteerde data op de kaart. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomNaarRechthoek.png} & +\textbf{Zoom naar rechthoek}: Zoom naar rechthoek. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ToonLegenda.png} & +\textbf{Toon legenda}: Toon legenda. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-OpenenLaagVanBestand.png} & +\textbf{Openen laag van bestand}: Opent een kaartlaag uit een bestand. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ExporteerKaartlagen.png} & +\textbf{Exporteer kaartlagen}: Exporteer kaartlagen. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-SlaatDeKaart.png} & +\textbf{Slaat de kaart zoals nu zichtbaar als afbeelding op}: Slaat de kaart zoals nu zichtbaar als afbeelding op. \\ \ghline +\end{longtable} + +\section{Tabellenvenster} +\label{sec:Tabellenvenster} +Dit venster bestaat uit meerdere tabbladen, die elk ook weer tabbladen bevatten: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Tabellen + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Materialen + \item Locaties + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Scenarios + \end{itemize} + \item Ontwerpberekeningen + \end{itemize} + \item Validatie + \item Log + \item Berekeningen + \item Uitvoer +\end{itemize} + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=1.00\textwidth]{Pictures/UserInterface/TabellenVenster.png} + \caption{Tabellenvenster} + \label{fig:TabellenVenster} +\end{figure} + +\begin{longtable}{p{7mm}p{\textwidth-24pt-7mm}} \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Toevoegen.png} & +\textbf{Toevoegen}: Voeg rij toe. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Verwijderen.png} & +\textbf{Verwijderen}: Verwijder rij. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Kopieren.png} & +\textbf{Kopiëren}: Kopieer. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Plakken.png} & +\textbf{Plakken}: Plakken. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Aanpassen.png} & +\textbf{Aanpassen}: Pas alle kolommen aan zodat alle inhoud past. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Wijzig.png} & +\textbf{Wijzig}: Bewerk. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-WijzigEenheid.png} & +\textbf{Wijzig eenheid}: Wijzig de eenheid voor het gebuikte type. \\ \ghline +\includegraphics[height=6mm]{Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-TabelExporteren.png} & +\textbf{Tabel exporteren}: Tabel exporteren naar bestand. \\ \ghline +\end{longtable} + +\section{Eigenschappenvenster} +\label{sec:Eigenschappenvenster} +De inhoud van het eigenschappenvenster hangt af van de selectie in de andere vensters. + +Indien een locatie geselecteerd wordt in een van de andere vensters, verschijnen de tabbladen Locatie, Locatiescenario's en Hoogtegeometrie. \\ +In het tabblad Locatie zijn dezelfde gegevens te zien als in het tabellenvenster, maar nu overzichtelijker gerangschikt. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.6\textwidth]{Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterLocatieTab.png} + \caption{Eigenschappenvenster - Tabblad Locatie} + \label{fig:EigenschappenVensterLocatieTab} +\end{figure} + +Het tabblad locatiescenario's laat alle rekenscenario's voor deze locatie zien. +De gegevens zijn wel aan te passen, maar er kunnen (nog) geen scenario's toegevoegd worden. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.7\textwidth]{Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterLocatieScenariosTab.png} + \caption{Eigenschappenvenster - Tabblad Locatie scenario's} +\end{figure} + +Het tabblad hoogtegeometrie laat alle punten van de hoogtegeometrie zien. +In de kolom karakteristiek punt kan aangegeven welk karakteristiek punt het betreft. +Deze dienen wel aan voorwaarden te voldoen, zie \nameref{sec:KarakteristiekePunten}. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.5\textwidth]{Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterHoogtegeometrieTab.png} + \caption{Eigenschappenvenster - Tabblad Hoogtegeometrie} +\end{figure} + +Indien in het menu voor berekening-opties wordt gekozen, verschijnt het berekeningentabblad in het eigenschappenscherm. +Hier kunnen de rekeninstellingen opgegeven worden, zoals type faalmechanisme, model met bijbehorende opties. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=0.6\textwidth]{Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterBerekeningTab.png} + \caption{Eigenschappenvenster - Tabblad Berekening} +\end{figure} + +Nadat een berekening is uitgevoerd, verandert het tabblad Berekening zodat de resultaten zichtbaar zijn. + +\section{Nieuw project} +\label{sec:NieuwProject} +DAM werkt aan de hand van projecten. +Deze worden aangemaakt door basisdata in te lezen. +Wanneer in DAM gestart wordt met een nieuw project (keuze menubak Bestand-Nieuw), verschijnt het volgende pop-up window. + +\begin{figure}[H] + \centering + \includegraphics[width=1.00\textwidth]{Pictures/UserInterface/BestandNieuw.png} + \caption{Nieuwe project} + \label{fig:BestandNieuw} +\end{figure} + +Bij \nameref{sec:Berekeningstype} kan gekozen worden voor: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Ontwerp (rekenen met of zonder geometrie aanpassing) + \item Calamiteit (rekenen met tijdreeks) + \item DAMLive configuratie (aanmaken project bestand voor DAMLive, dus met monitoringsgegevens) +\end{itemize} + +En dienen de volgende bestanden te worden benoemd: +\begin{itemize} + \item \textbf{DAM Databron bestand (*.defx)} \\ + Het \nameref{sec:DAMDatabronbestand} vertelt welke basisdata wordt ingelezen en waar deze basisdata vandaan komt. + Feitelijk is dit een kruisverwijzing tabel (mapping table). + \item \textbf{DAM Project bestand (*.damx)} \\ + Het project wordt opgeslagen als een \nameref{sec:DAMProjectbestand}, de naam hiervan is standaard gelijk aan de defx-naam, maar kan aangepast worden door de gebruiker. + Standaard krijgt deze dezelfde locatie en naam als het databron bestand, maar de gebruiker kan dat hier veranderen. + Aangeraden wordt om wel dezelfde locatie te hanteren. + \item \textbf{Sensor gegevens bestand} \\ + Bij een DAMLive configuratie dienen de sensor gegevens in een Excel bestand (*.xls) beschikbaar te zijn. + Hier wordt de locatie aangewezen +\end{itemize} + +\textbf{Selecteer dijkringen} \\ +Indien de brondata meerdere dijkringen bevatten, kan hier de gewenste dijkring(en) worden opgegeven. \\ +Opmerking: het inlezen van meerdere dijkringen kan fouten opleveren, daarom wordt geadviseerd met 1 dijkring per DAM-project te werken. + +\textbf{Dijkringen} \\ +Vervolgens verschijnen er meerdere dijkringen, wanneer er meerdere dijkringen in de bronbestanden aanwezig zijn. +Anders zal de keuze beperkt zijn tot 1 dijkring. + +\textbf{Projectie} \\ +Wanneer er gebruikt wordt gemaakt van een andere GIS projectie dan Rijksdriehoekstelsel (Nieuw-Amersfoort), kan dat hier worden aangegeven. + +\textbf{Ok/Cancel} \\ +Nadat Ok is geselecteerd, wordt de data geïmporteerd en het DAM-projectbestand aangemaakt. +Bij Cancel wordt opstart van een nieuw project geannuleerd. + +\section{Menubalk knoppen} +\label{sec:MenubalkKnoppen} + +De menubalken kunnen diverse knoppen bevatten. +Hieronder volgt een uitleg per knop. + +\begin{tabular}{|l|l|} \hline +\multicolumn{2}{|l|}{Menubalk} \\ \hline +\includegraphics{Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Nieuw.png} & Nieuw \newline Maak een nieuw bestand \\ \hline +& Open project \\ \hline +& Sla project op \\ \hline +& Undo \\ \hline +& Redo \\ \hline +& Bereken \\ \hline +& Stop berekening \\ \hline +& Herstel vensters \\ \hline +& Kopiëren \\ \hline +& Plakken \\ \hline +& Aanpassen (kolombreedte) \\ \hline +& Wijzig (inhoud) \\ \hline +& Wijzig (eenheid) \\ \hline +& Selecteer \\ \hline +& Verschuif \\ \hline +& Exporteer \\ \hline +& Zoom per rechthoek \\ \hline +& Zoom naar limiet: zoomt naar hele gebied \\ \hline +& Zoom data: zoomt naar de geselecteerde dwarsprofielen \\ \hline +& Toon legenda; verschijnt in het venster Eigenschappen \\ \hline +& Openen bestand: toevoegen van extra kaartlagen \\ \hline +& Opslaan huidige kaartlaag \\ \hline +& Opslaan kaart \\ \hline +& Toon kaartlaag van OpenStreetMap \\ \hline +& Zoom naar geselecteerde locatie \\ \hline +\end{tabular} + \chapter{Projectdata} \label{chp:Projectdata} \section{Inleiding} @@ -405,9 +726,13 @@ \end{figure} De locaties en cross-sections worden gebruikt om bij het importeren van gegevens uit shapes de gegevens te koppelen aan de juiste locatie. -Afhankelijk van het type shape; lijnen (A) of vlakken (B), worden de cross-sections of locaties gebruikt. +Afhankelijk van het type shape; lijnen (\autoref{sec:DataExtractieUitLijnen}) of vlakken (\autoref{sec:DataExtractieUitVlakken}), worden de cross-sections of locaties gebruikt. -\textbf{A. Data-extractie uit lijnen-shape} \\ +\subsection{Data extractie} +\label{sec:DataExtractie} + +\subsubsection{Data-extractie uit lijnen-shape} +\label{sec:DataExtractieUitLijnen} Als een parameter opgenomen is in een lijnen-shape, dan zal DAM tijdens het importeren per cross-section nagaan of de cross-section snijdt met de geïmporteerde lijnen-shape. Ter verduidelijking is in \autoref{fig:VoorbeeldDataExtractieUitLijnenShape} een voorbeeld opgenomen waarbij een cross-section snijdt (binnen de groene cirkel) met de lijn waarin het dijksmateriaal van de regionale kering is opgenomen. @@ -425,7 +750,8 @@ Als DAM tijdens het importeren vaststelt dat de cross-section meerdere snijpunten vindt, of geen enkele, dan wordt voor deze specifieke locatie een foutmelding gegenereerd. -\textbf{B. Data-extractie uit vlakken-shape} \\ +\subsubsection{Data-extractie uit vlakken-shape} +\label{sec:DataExtractieUitVlakken} Als een parameter opgenomen is in een vlakken-shape, dan zal DAM tijdens het importeren per locatie nagaan of de locatie in een vlak valt binnen de vlakken-shape. In \autoref{fig:VoorbeeldDataExtractieUitVlakkenShape} is een voorbeeld weergegeven waar een specifieke locatie valt in het vlak waarin de polderpeilen hoog (PLHigh = -0,5 m) en laag (PLLow = -0,5 m) opgenomen zijn. @@ -478,13 +804,14 @@ De dwarsprofielgeometrie wordt binnen DAM beschreven door twee *.csv bestanden: \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Surfacelines.csv - \item Characteristicpoints.csv + \item \nameref{sec:Hoogtegeometrie} + \item \nameref{sec:KarakteristiekePunten} \end{enumerate} Deze namen zijn hard en mogen dus niet vrij gekozen worden. -\textbf{Ad 1 \quad Surfacelines.csv} \\ +\subsection{Hoogtegeometrie (surface lines)} +\label{sec:Hoogtegeometrie} Het \textit{surfacacelines.csv} bevat de volledige geometrie informatie, dus alle X, Y en Z coördinaten. Zo kan, bijvoorbeeld, elke 0,5m langs het profiel een profielpunt opgenomen worden in het bestand. @@ -522,7 +849,9 @@ Echter, het is natuurlijk ook mogelijk om (buiten DAM) de 2D coördinaten doormiddel van een datumtransformatie om te zetten naar RD coördinaten en NAP hoogtes op basis van een bekend punt en de kaarthoek van de geometrie (cross-section).} -\textbf{Ad 2 \quad Characteristicpoints.csv} \\ +\subsection{Karakteristieke punten (characteristic points)} +\label{sec:KarakteristiekePunten} + Op basis van de profiellijnen worden de karakteristieke punten gedefinieerd. Denk hierbij aan de ligging van de kruinlijnen, teenlijnen, berm, sloot etc. (zie \autoref{fig:KarakteristiekePunten}). De karakteristieke punten zijn feitelijk kenmerkende punten op het profiel. @@ -640,10 +969,10 @@ Het ondergrondmodel binnen DAM bestaat uit een aantal verschillende componenten (zie \autoref{fig:OndergrondmodelDAM}): \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Ondergrondsegmenten (zie \autoref{sec:Ondergrondsegmenten}). - \item Ondergrondopbouw, 1D of 2D (zie \autoref{sec:Ondergrondopbouw}). - \item Locatie ondergrondsegmenten (zie \autoref{sec:LocatieOndergrondsegmenten}). - \item Grondeigenschappen (zie \autoref{sec:Grondeigenschappen}). + \item \nameref{sec:Ondergrondsegmenten} + \item \nameref{sec:Ondergrondopbouw}, 1D of 2D + \item \nameref{sec:LocatieOndergrondsegmenten} + \item \nameref{sec:Grondeigenschappen} \end{enumerate} \begin{figure}[H] @@ -778,7 +1107,7 @@ Daarnaast zijn sommige parameters verplicht en andere niet. Voor niet verplichte parameters worden default waardes gehanteerd als er geen waarde opgegeven is in de invoer. Default waardes zijn binnen DAM eenvoudig te herkennen aan de licht geel gekleurde cellen in de diverse tabellen. -\Autoref{app:CharacteristicPoints} geeft een overzicht van alle mogelijke gegevens, inclusief omschrijving. +\Autoref{app:LocationParameters} geeft een overzicht van alle mogelijke gegevens, inclusief omschrijving. \section{Waterstandgegevens} \label{sec:Waterstandgegevens} @@ -860,30 +1189,36 @@ DAM werkt aan de hand van projecten. Deze worden aangemaakt door basisdata in te lezen (zie \autoref{chp:Projectdata}). -De informatie over welke basisdata wordt ingelezen en waar deze basisdata vandaan komt, is vastgelegd in een DAM databronbestand (*.defx). +De informatie over welke basisdata wordt ingelezen en waar deze basisdata vandaan komt, is vastgelegd in een \nameref{sec:DAMDatabronbestand}. Feitelijk is dit een kruisverwijzing tabel (mapping table). Een compleet voorbeeld van een databronbestand (*.defx) is in \autoref{app:VoorbeeldDefx} opgenomen. Nadat DAM, aan de hand van het DAM databronbestand (*.defx), de basisdata heeft ingelezen, kan het project worden opgeslagen. -Dit gebeurt in de vorm van een DAM projectbestand (*DAMx). -Het project kan op een later tijdstip of door een andere gebruiker worden geopend door het project bestand (*.DAMx) te openen. -De originele bronbestanden (shape bestanden en *.csv) dienen dan niet meegestuurd te worden. -Na het importeren wordt de projectnaam aan dit bestand gegeven. -Bij het doorsturen naar iemand anders dient dit bestand ook meegestuurd te worden. +Dit gebeurt in de vorm van een \nameref{sec:DAMProjectbestand}. +Het project kan op een later tijdstip of door een andere gebruiker worden geopend door het project bestand (*.damx) te openen. +De originele \nameref{sec:Databronnen} of bronbestanden (shape bestanden en *.csv) dienen dan niet meegestuurd te worden. +De ondergrond gegevens worden opgeslagen in de soildatabase (*.mdb), zie \nameref{sec:Grondeigenschappen}. +Na het importeren wordt de projectnaam aan dit bestand gegeven. +Bij het doorsturen naar iemand anders dient dit bestand ook meegestuurd te worden. +Indien 2D geometrieën tot de bronbestanden horen, dient ook het mapje met de 2D (Projectnaam.geometries2D.0) meegestuurd te worden. -\section{DAM Databronbestand} +\section{DAM-databronbestand (*.defx)} +\label{sec:DAMDatabronbestand} De DAM databronbestand (*.defx) is feitelijk een *.xml bestand en legt vast waar de bronbestanden staan en welke basisdata uit deze bronbestanden gehaald moet worden. Het bestaat dan ook uit twee gedeeltes: \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item DataSourceList waarin de locaties van de bronbestanden gedefinieerd worden - \item DataAttributes waarin per parameter (benodigd voor DAM) wordt aangeven in welke shape bestand en in welke attribuut kolom deze zich bevindt. - Voor verdere beschrijving van de opbouw van de shape bestanden zie \autoref{chp:Projectdata} en \autoref{app:CharacteristicPoints}. + \item DataSourceList waarin de locaties van de \nameref{sec:Databronnen} gedefinieerd worden + \item DataAttributes waarin per parameter (benodigd voor DAM) wordt aangeven in welke shape bestand en in welke attribuut kolom deze zich bevindt (\nameref{sec:VerwijzenNaarAttibuten}). \end{enumerate} +Overigens hoeven niet al deze elementen aanwezig te zijn. +Als alleen gewerkt wordt met *.csv bestanden dan kan de achtergrondkaart en shape bestanden achterwege gelaten worden. + \subsection{Databronnen} -Zoals reeds beschreven in hoofdstuk 3 kent DAM de volgende databronnen: +\label{sec:Databronnen} +DAM kent de volgende databronnen: \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Comma seperated files (*.csv) + \item Comma separated files (*.csv) \item Achtergrondkaart \item Shape bestanden \end{enumerate} @@ -900,30 +1235,38 @@ In de DataSourceList in het DAM databronbestand (*.defx) staat de locatie van deze bronbestanden aangegeven. Onderstaand wordt verder ingezoomd op het DAM databron bestand (*.defx), waarbij een voorbeeld mapstructuur gehanteerd wordt. -\textbf{Ad 1 \quad Comma seperated bestanden} \\ +\textbf{Ad 1 \quad Comma separated bestanden} \\ +Tekst in databronbestand (*.defx): \\ \begin{scriptsize} \texttt{DataSourceType="CsvFiles" DataLocation="csvfiles\" /} \end{scriptsize} -Hierbij wordt aangegeven dat de csv-bestanden in een map genaamd ‘csvfiles’ bevinden en dat deze map zich op hetzelfde niveau bevindt als het DAM databronbestand (*.defx). +Hierbij wordt aangegeven dat de csv-bestanden in een map genaamd ‘csvfiles’ bevinden en dat deze map zich op hetzelfde niveau bevindt als het DAM databronbestand (*.defx). \\ +Zie ook \nameref{sec:CsvFilesGebruiken}. \textbf{Ad 2 \quad Achtergrondkaart} \\ +Tekst in databronbestand (*.defx): \\ \begin{scriptsize} \texttt{DataSourceType="BackgroundShapeFiles" DataLocation="..$\backslash$shapefiles$\backslash$Top50.shp" /} \end{scriptsize} Hierbij wordt aangegeven dat de shape ‘Top50’ gebruikt moet worden als achtergrond en dat deze in een map genaamd ‘shapefiles’ zit en dat deze map zich een niveau hoger bevindt dan het DAM databronbestand (*.defx). Deze data source hoeft niet aanwezig te zijn. \textbf{Ad 3 \quad Shape bestanden} \\ +Tekst in databronbestand (*.defx): \\ \begin{scriptsize} \texttt{DataSourceType="DataShapeFiles" DataLocation="..$\backslash$shapefiles$\backslash$" /} \end{scriptsize} Hierbij wordt aangegeven dat de shape bestanden zich in de map, genaamd ‘shapefiles’, bevinden en dat deze shapefile-map in een niveau hoger zit dan het DAM databron bestand (*.defx). -Deze \textit{data source} hoeft niet aanwezig te zijn. +Deze \textit{data source} hoeft niet aanwezig te zijn wanneer alleen csv-bestanden worden gebruikt. \\ +Bij het gebruik van shape bestanden dient er een \textit{crosssections.shp} bestand aanwezig te zijn voor de \nameref{sec:DataExtractie}. \\ +Dit geldt ook voor de X- en Y-coordinaten van de locations; +deze dienen óf in de \textit{locations.csv} vermeld te zijn óf in een shape bestand. -\subsection{Attribuut} +\subsection{Verwijzen naar attributen} +\label{sec:VerwijzenNaarAttibuten} Het DAM databronbestand omschrijft de naam van de parameters zoals in DAM wordt gebruikt, gekoppeld aan het bronbestand en het ‘attribuut’ in de shape-file. De naam van de parameter is vastgelegd en kan niet aangepast worden. Het bronbestand en de attributes zijn door de gebruiker zelf te definiëren. @@ -944,18 +1287,36 @@ zodat de naamgeving van de te gebruiken shape bestanden overeenkomen met de namen bij het waterschap; dat wil zeggen DataSource en Name moet overeenkomen met de namen van de shape bestanden.} - +\section{DAM-projectbestand (*.damx)} +\label{sec:DAMProjectbestand} +Nadat DAM, aan de hand van het \nameref{sec:DAMDatabronbestand}, de basisdata heeft ingelezen, kan het project worden opgeslagen. +Dit gebeurt in de vorm van een DAM projectbestand (*.damx). +Het project kan op een later tijdstip of door een andere gebruiker worden geopend door het project bestand (*.damx) te openen. +De originele \nameref{sec:Databronnen} of bronbestanden (shape bestanden en *.csv) dienen dan niet meegestuurd te worden. +Na het importeren wordt de projectnaam aan dit bestand gegeven. +Bij het doorsturen naar iemand anders dient dit bestand ook meegestuurd te worden. +Indien 2D geometrieën tot de bronbestanden horen, dient ook het mapje met de 2D (Projectnaam.geometries2D.0) meegestuurd te worden. + +Wanneer een DAM Project berekend is met een oudere versie dan waar het project wordt ingelezen, worden de berekeningen NIET getoond. +De reden hiervoor is dat in een nieuwe versie andere resultaten mogelijk zijn omdat er ook andere versies reken kernels worden gebruikt. + \chapter{Schematisering algoritmen DAM} De tweede globale stap binnen het DAM concept is de schematisering van de modelinvoer, zoals weergegeven in \autoref{fig:Stap2DAMConcept}. DAM maakt gebruik van verschillende schematiseringalgoritmen. Deze zijn opgenomen in verschillende modules welke los, of in combinatie met elkaar, gebruikt worden. Op hoofdlijnen betreft het de volgende modules: \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Waterspanningen generatie (zie \autoref{sec:WaterspanningenGeneratie}). - \item RRD Scenarioselectie (zie \autoref{sec:RRDScenarioanalyse}). - \item Geometrie adaptatie (zie \autoref{sec:Profielaanpassing}). + \item \nameref{sec:DAMWaternetCreator} + \item \nameref{sec:RRDScenarioanalyse} + \item \nameref{sec:GeometrieAanpassen} \end{enumerate} +\todo{Bernard: In public wiki, this chapter is not present +but \nameref{sec:DAMWaternetCreator} and \nameref{sec:GeometrieAanpassen} are part of the Rekenen chapter. +\nameref{sec:RRDScenarioanalyse} is not present. \\ +Question 1: remove this chapter and move \nameref{sec:DAMWaternetCreator} and \nameref{sec:GeometrieAanpassen} to chapter \nameref{chp:Rekenen}?? \\ +Question 2: remove \nameref{sec:RRDScenarioanalyse} ?} + \FingerPointing{Binnen diverse onderzoeksporen wordt gewerkt aan nieuwe modulen welke geschikt gemaakt worden voor toekomstige versies van DAM.} \begin{figure}[H] @@ -965,8 +1326,8 @@ \label{fig:Stap2DAMConcept} \end{figure} -\section{Waterspanningen generatie} -\label{sec:WaterspanningenGeneratie} +\section{DAM Waternet Creator (Waterspanningen generatie)} +\label{sec:DAMWaternetCreator} Voor de generatie van de waterspanningen maakt DAM gebruik van een aantal stappen. \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] \item Schematisering freatisch vlak (zie \autoref{sec:SchematiseringPL1}). @@ -1403,18 +1764,34 @@ Omdat de aanleiding van de instabiliteit niet vaststaat, dienen alle mogelijke scenario’s te worden getoetst. Er is geen maatgevende aanleiding voor een instabiliteit. -\section{Profielaanpassing} -\label{sec:Profielaanpassing} +\section{Geometrie aanpassen} +\label{sec:GeometrieAanpassen} Ten behoeve van beleidsstudies of het vaststellen van de invloedsgrenzen, of noodmaatregelen kan het handig zijn om een profiel te kunnen genereren die voldoet aan opgegeven veiligheidsfactor. Hiervoor is DAM in staat om automatisch profielaanpassing te doen, op basis van een aantal uitgangspunten. De automatische profielaanpassing in DAM bestaat uit de volgende stappen: \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Kruinverhoging (zie \autoref{sec:Kruinverhoging}) - \item Taludverflauwing (zie \autoref{sec:TaludverflauwingEnBermaanpassing}) - \item Bermontwikkeling (zie \autoref{sec:Bermontwikkeling}) + \item \nameref{sec:Kruinverhoging} + \item \nameref{sec:Taludverflauwing} + \item \nameref{sec:Bermontwikkeling} \end{enumerate} +Na de aanpassing van de kruinhoogte naar DTH (indien nodig), zal DAM eerst een stabiliteitssom uitvoeren. +Indien de veiligheidsfactor niet voldoet aan de opgegeven norm, zal DAM de geometrie aanpassen tot deze wel voldoet. +Hier zijn twee opties mogelijk: +\begin{enumerate} + \item Optimaal taludverflauwing en bermaanleg \\ + Als blijkt dat het uittredepunt van de glijcirkel op het binnentalud ligt én de berekende veiligheidsfactor kleiner is dan de opgegeven veiligheidsfactors, + dan zal DAM (mits de optie profiel adaptie aanstaat) overgaan tot taludverflauwing totdat de berekende veiligheidsfactor $\geq$ benodigde veiligheidsfactor + en het uittredepunt van de glijcirkel op het binnentalud ligt (zie \autoref{fig:IteratieveTaludverflauwingBinnentalud}). + Als het uittredepunt niet meer op het binnentalud ligt en de berekende veiligheidsfactor niet voldoet aan de gewenste veiligheidsfactor, + dan zal DAM overgaan tot het genereren van een stabiliteitsberm (zie \autoref{sec:Bermontwikkeling}). + \item Eerst taludverflauwwing en daarna bermaanleg \\ + Indien (vanwege ontwerpredenen) het onwenselijk is om een berm aan te leggen, kan voor deze optie gekozen worden. + Dit betekent dat als de veiligheidsfactor kleiner is dan de opgegeven veiligheidsfactor, een geometrieaanpassing altijd gedaan wordt door het toepassen van taludverflauwing (\autoref{sec:Taludverflauwing}). + Pas nadat de “taludverflauwing eind cotangent” bereikt is en het profiel nog niet aan de gestelde veiligheidsfactor voldoet zal een berm worden ontworpen. +\end{enumerate} + \subsection{Kruinverhoging} \label{sec:Kruinverhoging} Tijdens deze stap controleert DAM of de aanwezige kruinhoogte voldoet aan de benodigde (opgegeven) dijktafelhoogte (DTH, attribuut: DikeTableHeight). @@ -1512,28 +1889,6 @@ \label{fig:VerschuivingTeensloot} \end{figure} -\subsection{Taludverflauwing en bermaanpassing} -\label{sec:TaludverflauwingEnBermaanpassing} -Na de aanpassing van de kruinhoogte naar DTH (indien nodig), zal DAM eerst een stabiliteitssom uitvoeren. -Indien de veiligheidsfactor niet voldoet aan de opgegeven norm, zal DAM de geometrie aanpassen tot deze wel voldoet. -Hier zijn twee opties mogelijk: -\begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Optimaal taludverflauwing en bermaanleg - \item Eerst taludverflauwwing en daarna bermaanleg -\end{enumerate} - -\textbf{Ad 1 \quad Optimaal taludverflauwing en bermaanleg} \\ -Als blijkt dat het uittredepunt van de glijcirkel op het binnentalud ligt én de berekende veiligheidsfactor kleiner is dan de opgegeven veiligheidsfactors, -dan zal DAM (mits de optie profiel adaptie aanstaat) overgaan tot taludverflauwing totdat de berekende veiligheidsfactor $\geq$ benodigde veiligheidsfactor -en het uittredepunt van de glijcirkel op het binnentalud ligt (zie \autoref{fig:IteratieveTaludverflauwingBinnentalud}). -Als het uittredepunt niet meer op het binnentalud ligt en de berekende veiligheidsfactor niet voldoet aan de gewenste veiligheidsfactor, -dan zal DAM overgaan tot het genereren van een stabiliteitsberm (zie \autoref{sec:Bermontwikkeling}). - -\textbf{Ad 2 \quad Eerst taludverflauwing en daarna bermaanleg} \\ -Indien (vanwege ontwerpredenen) het onwenselijk is om een berm aan te leggen, kan voor deze optie gekozen worden. -Dit betekent dat als de veiligheidsfactor kleiner is dan de opgegeven veiligheidsfactor, een geometrieaanpassing altijd gedaan wordt door het toepassen van taludverflauwing (\autoref{sec:Taludverflauwing}). -Pas nadat de “taludverflauwing eind cotangent” bereikt is en het profiel nog niet aan de gestelde veiligheidsfactor voldoet zal een berm worden ontworpen. - \subsection{Taludverflauwing} \label{sec:Taludverflauwing} De taludverflauwing wordt stapsgewijs uitgevoerd. De stappen zijn gedefinieerd ten opzichte van het snijpunt (S) van het aangepaste profiel met het initiële profiel. @@ -1591,7 +1946,7 @@ De hoogte van de berm is begrensd tot $\frac{2}{3}$kruinhoogte, dat wil zeggen het verschil in hoogte tussen binnenteen en kruin binnentalud. Wanneer deze bermhoogte is bereikt, wordt de berm uitsluitend in horizontale richting ontwikkeld polder. -In het geval een sloot aanwezig is wordt hier hetzelfde mee omgegaan als beschreven bij Taludverflauwing (zie \autoref{sec:TaludverflauwingEnBermaanpassing}). +In het geval een sloot aanwezig is wordt hier hetzelfde mee omgegaan als beschreven bij Taludverflauwing (zie \autoref{sec:Taludverflauwing}). De iteratieve bermontwikkeling gaat door totdat het opgegeven veiligheidsniveau is bereikt. \\ De aangepaste geometrie bestaat uit rechte lijnen. @@ -1664,88 +2019,268 @@ met de toevoeging dat per gebruikt model de resultaten gepresenteerd worden ook de grootste geometrie (breedste dijkbasis, gedefinieerd als buitenteen tot binnenteen) van beide gepresenteerd wordt. Dit kan handig zijn bij verdere bewerkingsslagen.} -\chapter{Berekeningen} -\section{Rekeninstellingen op projectniveau} -In de mode calamiteiten en ontwerp kunnen globale rekeninstellingen worden ingesteld (op waterschapsniveau). -Hierbij valt te denken aan het te gebruiken model, bijvoorbeeld Bishop en/of UpliftVan. +\chapter{Rekenen} +\label{chp:Rekenen} +DAM kent een voorbewerking, namelijk het genereren van de waterspanningen, zie \nameref{sec:DAMWaternetCreator}. -Het eigenschappenscherm Berekening wordt zichtbaar indien er op ‘Waterschap’ wordt geklikt in het navigator scherm. -In het scherm berekening kan gekozen worden voor Systeem type faalmechanisme; binnen-, buitenwaartse stabiliteit en piping. -Per faalmechanisme kan het gewenste model gekozen worden (Bishop, UpliftVan, of gecombineerd). -Vervolgens zijn verschillende opties per type faalmechanisme mogelijk: +DAM kent meerdere (faalmechanisme) modellen: \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] - \item Zoekmethode: rekengrid of genetisch algoritme - \item Bepaling tangentlijnen (alleen voor Uplift Van): op laagscheidingen of naar opgave afstand - \item Bepaling grid: automatisch of naar opgave afstand - \item Indien gekozen voor ‘opgave afstand’, moet deze vervolgens worden. -\end{itemize} + \item binnen- en buitenwaartse stabiliteit (zie \nameref{sec:MacrostabiliteitRekeninstellingen}) + \item piping (zie \nameref{sec:PipingRekeninstellingen}) +\end{itemize} -\section{Gebruikte modellen stabiliteit} -DAM kan gebruik maken van de volgende rekenmodellen uit \dgeostability (mits een licentie beschikbaar): +En DAM maakt onderscheid in \nameref{sec:Berekeningstype}: \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] - \item Bishop - \item Uplift (LifVan) - \item Horizontaal evenwichtRekeninstellingen op locatieniveau - \item Generatie waterspanningen (WSP) - \item Zoneringstype - \item Verboden zone: dit houdt in dat de glijcirkel gedwongen wordt links van een bepaald punt op het binnentalud in te treden. - Dit punt wordt aangeven middels de Factor verboden; - bij 0 ligt het punt op binnenkruin en bij 1 ligt dit punt halverwege het binnentalud. - \item Minimale cirkel diepte [m] + \item \nameref{sec:Ontwerp}, zie \nameref{sec:GeometrieAanpassen} + \item \nameref{sec:Calamiteit} + \item \nameref{sec:DAMLiveConfiguratie} \end{itemize} -\section{Zonering} -DAM biedt de mogelijkheid om zonering toe te passen op de volgende manieren. -De optie is te kiezen in de locatietabel -\begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Geen zone - \item Zone gebieden - \item Verboden zone -\end{enumerate} +\section{Berekeningstype} +\label{sec:Berekeningstype} -\textbf{Ad 1 \quad Geen zone} \\ -Bij deze optie wordt het glijvlak met de laagste veiligheidsfactor als uitkomt gegeven. +\subsection{Ontwerp} +\label{sec:Ontwerp} +Bij het berekeningstype ontwerp zijn er twee analyes mogelijk: +\begin{itemize} + \item Geen aanpassing \\ + Er wordt 1 berekening (per locatie, per ondergrondprofiel, per rekenscenario) uitgevoerd. + De uitkomst is een veiligheidsfactor in het tabblad tabellen-ontwerpberekeningen en een gekleurde locatie op de kaart: + \begin{itemize} + \item rood: voldoet niet aan opgegeven veiligheidsfactor + \item groen: voldoet aan opgegeven veiligheidsfactor + \item grijs: berekening heeft niet plaatsgevonden + \end{itemize} + \item Geometrieaanpassing \\ + Er worden meerdere rekenslagen (iteraties) gemaakt totdat het aangepaste profiel een veiligheidsfactor behaald gelijk of hoger dan de opgegeven benodigde veiligheidsfactor. + Zie \nameref{sec:GeometrieAanpassen}. +\end{itemize} -\textbf{Ad 2 \quad Zone gebieden} \\ -Bij deze optie wordt de zonering uit \dgeostability gebruikt. -Er zijn meerdere zonegebieden, welke afhankelijk zijn van het minimaal benodigde restprofiel. -Het resultaat is het glijvlak met de laagste veiligheidsfactor in een bepaald zonegebied. -Glijcirkels die hierbuiten liggen worden genegeerd. +De globale rekeninstellingen kunnen worden ingesteld op projectniveau; +oftewel het faalmechanisme (macrostabiliteit binnenwaarts/buitenwaarts en piping) en het te gebruiken model, bijvoorbeeld Bishop en/of UpliftVan. +Op te geven via menu-berekeningen-opties. \\ +De instellingen verschillen per faalmechanisme: macrostabilteit en piping. -\textbf{Ad 3 \quad Verboden zone} \\ -Deze optie geeft de mogelijkheid om handmatig een bepaalde verboden zone op te geven. -De factor f geeft de grootte van het gebied aan waarin een glijcirkel geen intredepunt mag hebben, zie \autoref{fig:VerbodenZoneFactor}. +\subsection{Calamiteit} +\label{sec:Calamiteit} +\todo{Calamiteit under construction} +\subsection{DAMLive configuratie} +\label{sec:DAMLiveConfiguratie} +\todo{DAM live configuration under construction} + +\section{Macrostabiliteit rekeninstellingen} +\label{sec:MacrostabiliteitRekeninstellingen} + +\subsection{Macrostabiliteit rekeninstellingen op projectniveau} +In de mode calamiteiten en ontwerp kunnen globale rekeninstellingen worden ingesteld (op waterschapsniveau). + +\paragraph*{Glijvlakmodel} +DAM kan gebruik maken van de volgende rekenmodellen: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Bishop + \item Uplift Van + \item Bishop/Uplift Van +\end{itemize} + +\paragraph*{Gridinstellingen} +Er zijn verschillende opties mogelijk: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Zoekmethode: rekengrid of BeeSwarm algorithme + (de laatste alleen voor binnenwaartse stabiliteit in combinatie met UpliftVan of Bishop/UpliftVan\footnote{Indien is gekozen voor Bishop/UpliftVan als Glijvlakmodel met zoekmethode BeeSwarm, + wordt de BeeSwarm methode alleen gehanteerd voor het UpliftVan deel. Het Bishop-deel gebruikt altijd het rekengrid.}); + \item Bepaling tangentlijnen (alleen voor Uplift Van): op laagscheidingen of naar opgave afstand; \\ + Bij 'opgave afstand' verdeelt DAM de tangentlijnen tussen onderkant passieve grid en 0.5 m onder laagscheiding aquifer. + \item Bepaling grid: automatisch of naar opgave afstand + Indien gekozen voor ‘opgave afstand’, moet deze vervolgens worden. +\end{itemize} + + +\subsection{Macrostabiliteit rekeninstellingen op locatieniveau} +\begin{itemize} + \item \textbf{Zoneringstype} \\ + DAM biedt de mogelijkheid om zonering toe te passen op de volgende manieren. + De optie is te kiezen in de locatietabel + \begin{enumerate} + \item \textbf{Geen zone} \\ + Bij deze optie wordt het glijvlak met de laagste veiligheidsfactor als uitkomt gegeven. + \item \textbf{Zone gebieden} \\ + Bij deze optie wordt de zonering uit \dgeostability gebruikt. + Er zijn meerdere zonegebieden, welke afhankelijk zijn van het minimaal benodigde restprofiel. + Het resultaat is het glijvlak met de laagste veiligheidsfactor in een bepaald zonegebied. + Glijcirkels die hierbuiten liggen worden genegeerd. + \item \textbf{Verboden zone} \\ + Deze optie geeft de mogelijkheid om handmatig een bepaalde verboden zone op te geven voor het intredepunt van het glijvlak, zie \autoref{fig:VerbodenZoneFactor}. + Het gebied wordt opgegeven aan de hand van de grens die tussen de binnenkruin en de binnenteen (of insteek binnenberm, indien aanwezig) ligt. + De factor f geeft aan hoever deze grens ligt; f=0 voor op de binnenkruin f=1 voor op de binnenteen/insteek binnenberm. + Het intredepunt moet dus links van deze grens liggen. + \end{enumerate} + \item \textbf{Minimale glijcirkel diepte} +\end{itemize} + \begin{figure}[H] \centering \includegraphics[width=0.70\textwidth]{Pictures/Berekeningen/VerbodenZoneFactor.png} \caption{Verboden zone factor} \label{fig:VerbodenZoneFactor} -\end{figure} +\end{figure} -\section{Gebruikte modellen piping} -\label{sec:GebruikteModellenPiping} +\subsection{Schuifsterktemodellen (op materiaalniveau)} +DAM kan met de volgende schuifsterktemodellen rekenen: +\begin{itemize} + \item \textbf{C-Phi model with dilatancy} \\ + Opgeven in soil.csv: + \begin{itemize} + \item cohesie + \item hoek van inwendige wrijving + \end{itemize} + \item \textbf{Calculated undrained shear strength} \\ + Opgeven in soil.csv: + \begin{itemize} + \item Undrained shear strength ratio S (in soilmaterials heet de kolom ratio Cu/Pc) + \item POP (in soilmaterials heet de kolom Pre Overburden Pressure (POP)) + \end{itemize} +\end{itemize} + +\section{Piping rekeninstellingen} +\label{sec:PipingRekeninstellingen} Voor piping kan gekozen worden uit 2 opties: \begin{enumerate}[noitemsep, nolistsep] - \item Bligh - \item Sellmeijer Revised (WBI) + \item \nameref{sec:Bligh} + \item \nameref{sec:SellmeijerRevisedWBI} \end{enumerate} -\textbf{Ad 1 \quad Bligh} \\ -Hier wordt gebruik gemaakt van de standaard piping regel van Bligh met een creep factor van 18: $L \geq H \; C_{\text{creep}}$ +\subsection{Bligh} +\label{sec:Bligh} +DAM biedt de mogelijkheid om te rekenen met de standaard piping regel van Bligh: +\begin{equation} +L \geq H \; C_{\text{creep}} +\end{equation} +waarbij: +\begin{longtable}{p{10mm}p{\textwidth-24pt-10mm}} +$L$ & is de kwelweglengte (in DAM gedefinieerd als de afstand tussen Teen dijk buitenwaarts en Teen dijk binnenwaarts); \\ +$H$ & is het toegestaan hoogteverschil; \\ +$C_{\text{creep}}$ & is de creep factor: $C_{\text{creep}}$ = 18. +\end{longtable} -\textbf{Ad 2 \quad Sellmeijer Revised (WBI)} \\ -De WBI-piping kernel kent drie sub-mechanismen; -opdrijven (uplift), heave en terugschrijdende erosie (piping). -DAM gebruikt alleen het sub-mechanisme terugschrijdende erosie. -De opdrijfberekening gebeurt nog zoals beschreven in \autoref{sec:ControleOpOpdrijven}. -Er vindt geen controle op heave plaats; -er wordt van uitgegaan dat heave altijd optreedt en vervolgens wordt piping wel uitgerekend met de WBI methode. -Voor de piping berekening wordt verwezen naar de WBI-documentatie. +\subsection{Sellmeijer Revised (WBI)} +\label{sec:SellmeijerRevisedWBI} +Bij Sellmeijer revised (WBI) maakt DAM gebruik van de DAM-opdrijfberekening (zie \nameref{sec:ControleOpOpdrijven}) om de uittredelocatie te bepalen. +Voor het bepalen van de waterspanningen wordt de \nameref{sec:DAMWaternetCreator} gebruikt. +Vervolgens wordt voor deze uittredelocatie een berekening gemaakt voor opbarsten, heave en voorschrijdende erosie (piping) op basis van de lagenopbouw ter plaatse. +\subsubsection{Opbarsten} +De veiligheidsfactor voor opbarsten wordt bepaald a.h.v.: +\begin{equation} +FoS_u = \frac{m_u \; \Delta \phi_{c,u}}{\phi_{\text{exit}} - h_{\text{exit}}} +\end{equation} +waarbij +\begin{equation*} +\Delta \phi_{c,u} = \frac{\sigma_{\text{eff}}}{\gamma_{\text{water}}} +\end{equation*} +\begin{longtable}{p{10mm}p{\textwidth-24pt-10mm}} +$m_u$ & modelfactor opbarsten (uplift) (=1) \\ +$\sigma_{\text{eff}}$ & effectieve spanning onderkant deklaag (kN/m$^{\text{3}}$). +Hierbij wordt rekening gehouden met de effectieve deklaag in geval van een sloot \\ +$\gamma_{\text{water}}$ & volumiek gewicht water (= 9.81 kN/m$^{\text{3}}$) \\ +$\phi_{\text{exit}}$ & waterspanning bij uittredepunt \\ +$h_{\text{exit}}$ & freatische waterstand bij uittredepunt \\ +\end{longtable} + +\subsubsection{Heave} +De veiligheidsfactor voor heave wordt bepaald a.h.v.: +\begin{equation} +FoS_h = \frac{i_{c,h}}{i} +\end{equation} +waarbij +\begin{longtable}{p{10mm}p{\textwidth-24pt-10mm}} +$i_{c,h}$ & kritieke heave gradient (=0.3) \\ +$i$ & gradient uittredepunt, zie grenstoestandsfunctie \autoref{eq:grenstoestandsfunctie}. +\end{longtable} + +\begin{equation} +\label{eq:grenstoestandsfunctie} +Z_h = i_{c,h} - i = i_{c,h} - \left(\phi_{\text{exit}} - h_{\text{exit}}\right) / D_{\text{deklaag}} +\end{equation} +waarin +\begin{longtable}{p{10mm}p{\textwidth-24pt-10mm}} +$D_{\text{deklaag}}$ & laagdikte van de deklaag [m] \\ +$h_{\text{exit}}$ & freatische waterstand bij uittredepunt \\ +\end{longtable} + +\subsubsection{Terugschrijdende erosie} +De veiligheidsfactor voor terugschrijdende erosie wordt bepaald a.h.v.: +\begin{equation} +FoS_p = \frac{m_p \; H_c}{h - h_{\text{exit}} - r_c\; D_{\text{deklaag}}} +\end{equation} +waarbij +\begin{longtable}{p{10mm}p{\textwidth-24pt-10mm}} +$H_c$ & critical head (potential) difference over the structure between entry and exit point [m] \\ +$m_p$ & modelfactor for the respective piping model ($m_p = 1$) \\ +$h$ & outside water level [m] \\ +$h_{\text{exit}}$ & freatische waterstand bij uittredepunt [m] \\ +$r_c$ & readuction factor providing the fraction of the blanket thickness by which the total head difference is reduced due to hydraulic resistance in the vertical exit channels (defult value: 0.3) \\ +$D_{\text{deklaag}}$ & laagdikte van de deklaag bij uittredepunt [m]\\ +\end{longtable} +$H_c$ in bovenstaande formule komt overeen met onderstaande $\Delta H_c$ +\begin{equation} +\frac{\Delta H_c}{L} = F_{\text{resistance}} \; F_{\text{scale}} \; F_{\text{geometry}} +\end{equation} +waarbij +\begin{align*} +&F_{\text{resistance}} = \eta \frac{\gamma_{\text{sub.particles}}}{\gamma_{\text{water}}} \tan \theta \\ +&F_{\text{scale}} = \frac{d_{70.m}}{\sqrt[3]{\kappa L}} \left(\frac{d_{70}}{d_{70.m}}\right)^{0.4} , \quad \kappa = \frac{\nu_{\text{water}}}{g} k \\ +&F_{\text{geometry}} = 0.91 \left(\frac{D}{L}\right)^{\frac{0.28}{\left(\frac{D}{L}\right)^{2.8} - 1} + 0.04} +\end{align*} +waarin +\begin{longtable}{p{15mm}p{\textwidth-24pt-15mm}} +$L$ & kwelweglengte van in- tot uittredepunt: $L = x_{\text{exit}} - x_{\text{entry}}$ [m] \\ +$\gamma_{\text{sub.particles}}$ & volumegewicht van zandkorrels onder water (= 16.5) [kN/m$^{\text{3}}$] \\ +$\eta$ & coefficient van White (sleepkrachtfactor) (= 0.25) [-] \\ +$d_{70}$ & 70-percentielwaarde van de korrelverdeling van de piping-gevoelige laag [m] \\ +$\kappa$ & intrinsieke doorlatenheid van de zandlaag [m$^{\text{2}}$] \\ +$k$ & Darcy doorlatenheid [m/s] \\ +$\nu$ & kinematische viscositeit van water (voor grondwater van 10$\degr$ Celsius: 1.33~$\cdot$~10$^{\text{-6}}$) [m$^{\text{2}}$/s] \\ +$g$ & zwaartekrachteversnelling (= 9.81) [m/s$^{\text{2}}$] \\ +$D$ & dikte van de zandlaag [m] \\ +$d_{70.m}$ & referentie $d_{70}$-waarde (= 20.8 $\cdot$ 10$^{\text{-4}}$ [m] \\ +$\theta$ & rolweerstandshoek van zandkorrels van de aangepaste Sellmeijer regel (= 37) [$\degr$] \\ +\end{longtable} + +Het intredepunt is standaard in DAM het karakteristiek punt 'Teen dijk buitenwaarts'. +Dit kan per locatie aangepast worden door de afstand tot intredepunt (kolomnaam: distance\_to\_entry\_point)' op te geven in \textit{locations.csv}. + +\subsubsection{Piping} +Om piping te bepalen, dienen bovenstaande drie deelmechanismen in deze volgorde uitgerekend te worden. +Bij het falen van een van deze berekeningen, berekent DAM de volgende deelmechanismen ook niet. +Dus wanneer er geen opbarstberekening gemaakt kan worden, dan worden heave en terugschrijdende erosie ook niet berekend. +Wanneer alledrie deelmechanismen berekend zijn wordt de hoogste veiligheidsfactor getoond als Piping veiligheidsfactor, samen met het kritieke verval ($H_c$) van dit deelmechamisme. +Niet te verwarren met de $H_c$'s van de andere deelmechanismen. + +Alle resultaten worden getoond in het Tabellenvenster/Ontwerpberekeningen, zie Resultaten. + + +%%%%%%%%%%%%%%%%% \chapter{Uitvoer} \section{Berekeningen inzien} -Nadat DAM berekeningen heeft uitgevoerd, zijn de berekeningen op meerdere wijzen in te zien. +Nadat de berekening is uitgevoerd, zijn de resultaten middels meerdere vensters in te zien: +\begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Dwarsdoorsnede + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Afbeelding (\autoref{fig:VensterAfbeeldingTabbladAfbeelding}) + \item Kaart + \end{itemize} + \item Eigenschappen + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Berekening (\autoref{fig:VensterEigenschappenTabbladBerekening})\\ + Middels dit tabblad is het mogelijk om een (stabiliteits)berekening te openen in D-Geostability. + \end{itemize} + \item Tabellen + \begin{itemize}[noitemsep, nolistsep] + \item Tabblad Ontwerpberekeningen (\autoref{fig:VensterTabellenTabbladBerekeningen}) + \end{itemize} +\end{itemize} + Allereerst laat de DAM User Interface de resultaten zien in het tabel-venster, zie \autoref{fig:VensterTabellenTabbladBerekeningen}. \begin{figure}[H] @@ -1849,6 +2384,7 @@ Hierbij wordt de tabel geëxporteerd zoals hij zichtbaar is, dus eventuele selecties blijven gelden. Deze export wordt uitgevoerd middels de knop ‘exporteren’ in de werkbalk van het venster. +%%%%%%%%%%%%%%%%%%%% \chapter{Referenties} \bibliography{../DAM_references/dam_references} \nocite{DAMWebsite} Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Aanpassen.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/DwarsdoorsnedeMenubalkProfiel.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Wijzig.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-Selectie.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Opslaan.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomTotGeselecteerdeDataOpDeKaart.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Toevoegen.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Verwijderen.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Kopieren.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Afbreken.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterHoogtegeometrieTab.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Opnieuw.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterLocatieScenariosTab.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/NavigatorVenster.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-ZoomNaarLimietenEnBehoudAspectRatio.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomNaarAlleKaartlagen.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterLocatieTab.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-ZoomNaarLimietenEnHerstelAspectRatio.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Start.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/TabellenKolombreedte.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomNaarGegevens.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-Selectie.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/HoofdVenster.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-OpenenLaagVanBestand.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/BestandNieuw.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-SelecteerAchtergrondkaart.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-Verschuif.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ZoomNaarRechthoek.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-OngedaanMaken.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-TabelExporteren.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ToonLegenda.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Nieuw.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-WijzigEenheid.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Openen.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Menu-Herstel.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/EigenschappenVensterBerekeningTab.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/TabellenVenster.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-ExporteerKaartlagen.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Tabellen-Plakken.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Kaart-SlaatDeKaart.png =================================================================== diff -u Binary files differ Index: DamClients/DamUI/trunk/doc/DAM UI - User manual/Pictures/UserInterface/Knoppen/Dwarsdoorsnede-Opties.png =================================================================== diff -u Binary files differ